LOOSDRECHT – Al bijna 25 jaar kent Brandweer Loosdrecht het fenomeen kinderopvang: overdag staan oppasmoeders paraat om bij een alarmering de kinderen van brandweerlieden over te nemen. Afgelopen dinsdag nam de 81-jarige Leida Meijers, oppasmoeder van het eerste uur, afscheid tijdens de nieuwjaarsbijeenkomst. “Leida was altijd een vaste waarde, een vertrouwd gezicht.”
Aan het woord is Daniëlle de Kloet. Inmiddels zelf alweer vier jaar brandweervrouw, maar in haar jeugd werd ze samen met haar zusje Janneke door vader en voormalig brandweerman Arie meegenomen naar de kazerne. Dat gebeurde altijd in alle haast. Op de kazerne kregen de oppasmoeders dan de soms uit bed gehaalde kinderen in slaapzak in hun handen gedrukt en rende vader of moeder door om zich om te kleden voor de uitruk. “Dat was altijd even hectisch, want de kinderen wilden dan graag bij de auto’s kijken. Dan moest je goed opletten”, vertelt Leida. Soms waren de kinderen even van slag, maar dat duurde nooit lang. Daniëlle: “Je kende elkaar allemaal en Leida was er vaak. Ze was een vertrouwd gezicht voor ons.”
Tijdens de uitruk worden de kinderen bezig gehouden op de kazerne. “Dan tekende ik een enorme kat op het bord en werden de kinderen geblinddoekt om er een staart bij te tekenen. Uiteraard mocht ik het dan ook proberen. We vermaakten ons prima”, vertelt Leida. Ze nam bij langere inzetten de kinderen mee naar huis om een broodje te eten. “Verder had elk kind een stamkaart met daarop gegevens van familie in de buurt, school, opvang, sport.”
Het fenomeen kinderopvang op kazernes is niet nieuw. Ruim dertig jaar geleden startten al initiatieven rondom opvang. In Nieuwegein werden oud-brandweermannen bereid gevonden om als ‘Opa’s van Dienst’ naar de kazerne te komen om kinderen op te vangen. Dat initiatief vond onder andere navolging in Breukelen waar de ‘Moeders van Dienst’ geïntroduceerd werden: vrouwen van brandweermannen en ex-brandweervrouwen.
In Loosdrecht ging de noodzaak ook steeds meer spelen in de jaren negentig. Het was niet makkelijk om vrijwilligers te vinden en als ze er al waren dan konden ze bij een uitruk soms met moeite snel hun kinderen elders onderbrengen. De inmiddels overleden Loosdrechtse brandweerman Gert-Jan Rozendaal kwam de initiatieven elders in het land tegen en werd begonnen met een proef: de bode van het tegenover gelegen gemeentehuis werd uitgerust met een pager en bij een alarmering kon zij de eventuele kinderen opvangen. Het idee werd verder uitgewerkt en onder de bezielende leiding van Gert-Jan startte in 2000 ook in Loosdrecht de kinderopvang.
Leida was één van de eersten die gevraagd werd. Haar man Gijs Meijers was tot 1999 actief geweest als brandweerman en Leida was dus geen onbekende. “Gert-Jan kwam ook vaak bij ons over de vloer. Gijs was net gestopt, maar ik zag het wel zitten”, vertelt ze. Ze kreeg een pager en zo waren de rollen ineens omgedraaid. “Normaal ging de pieper voor Gijs en rende ik alvast naar beneden om de deur open te doen, de auto te starten. Maar nu deed hij dat voor mij. Misschien wel iets minder snel, maar hij heeft altijd geholpen om mijn fiets klaar te zetten of om bij regen mij naar de kazerne te rijden. En als mijn eten net opstond dan ging hij oppassen.”
De opvangdiensten waren voor overdag, maar bij Leida en Gijs was de pager dag en nacht aan. “Weliswaar lag die dan beneden, maar hem uitzetten deed ik niet. Dan hoorde ik hem toch gaan, ging ik soms even kijken wat er was op de pager. Die pieper waren we nooit zat.” Toch leverde ze hem dinsdag vlak voor de nieuwjaarsbijeenkomst definitief in. Ze werd bedankt door het korps en de vereniging met cadeaus en een stapel tekeningen. Gemaakt door (voormalige) oppaskinderen. Met tranen in haar ogen werden die cadeaus in ontvangst genomen. “Ik heb het altijd met heel veel plezier gedaan. Het is nu echt een einde van een bijzondere tijd.”
Voor drie Loosdrechtse brandweerlieden betekende de nieuwjaarsreceptie juist een begin van een nieuw tijdperk binnen de brandweer. Jorg, Adriaan en Mike behaalden vorig jaar de opleiding en werden bevorderd tot manschap. Daarnaast zijn er nog meer aspiranten in opleiding en kreeg Brandweer Loosdrecht versterking omdat er diploma’s chauffeur/pompbediende en bevelvoerder werden behaald. Daarnaast werden brandweermannen Ivar en Rick in het zonnetje gezet met respectievelijk 12,5 en 25 dienstjaren.
“Met 154 uitrukken was het voor Loosdrecht een relatief rustig jaar, maar we hebben met de kleine ploeg soms wel moeten puzzelen om de bezetting rond te krijgen. Maar het is altijd gelukt. Daar mogen wij trots op zijn”, vertelde coördinator Incidentbestrijding Hugo Nederveen. Ook bij de oppasmoeders kwam er een nieuw dame bij, de vrouw van brandweerman Ferry, waarmee het aantal weer op vier komt. Hugo: “We kunnen niet zonder de familie, de partners. Zonder jullie is er geen vrijwillige brandweer.”
KADER:
De kinderopvang kreeg na Loosdrecht later ook in ’s-Graveland en Nederhorst den Berg navolging. In 2006 kreeg het initiatief voet aan de grond in ‘s-Graveland. Meteen besloot oud-brandweerman Johan Pot zich aan te melden. Na veertig jaar actieve dienst rijdt hij nu alweer bijna achttien jaar samen met zijn vrouw Ria mee met elke uitruk, maar dan als oppasopa en -oma. En daarnaast zijn er daar nog twee partners van brandweermensen paraat. Ook in Nederhorst den Berg staan al jaren vier mensen paraat om als kinderopvang mee uit te rukken. In eerste instantie waren de functies vrijwillig maar bij de toetreding tot de veiligheidsregio in 2009 werden de opvangmoeders/vaders ingedeeld als niet repressief vrijwilliger en daarmee nam de Veiligheidsregio dinsdagavond ook afscheid van één van de oudste medewerkers.
Tekst: Linda Blok / TekstBlok