LOOSDRECHT – Drie brandweerkorpsen werden vrijdagvond gealarmeerd voor een flinke kettingbotsing met meerdere slachtoffers op de A27. Geen echt incident maar een oefenscenario. Brandweerkorpsen Laren en Loosdrecht zochten de samenwerking en vroegen ook de Regionale Ambulancevoorziening Gooi en Vechtstreek en Brandweer Blaricum om aan te haken bij de grote oefening. “Het doel was een zo realistisch mogelijk scenario neerzetten voor alle disciplines. Dat is wel gelukt en dat is mooi om te zien”, zegt de Larense oefenleider Patrick Kooij na afloop.
Met een vijftal oefendoelen worden de ploegen van Brandweer Laren, Loosdrecht en Blaricum en de ambulancedienst op pad gestuurd. “De belangrijkste is samenwerking. Zowel binnen de brandweereenheid, maar ook korpsen onderling en natuurlijk de samenwerking met de ambulance”, vertelt oefenleider Patrick. Samen met de Loosdrechtse oefenleiders Wouter van Henten en Ferry Brienne wordt een realistische setting neergezet. Geen snelweg in de buurt, maar op een doodlopend stuk van de Van Ghentlaan is een snelweg nagebootst. Inclusief hectometerpaaltje en vrachtauto die de zogenaamde kettingbotsing heeft veroorzaakt.
Vaker oefenen
Drie autowrakken worden voorafgaand stevig bewerkt om de botsing er levensecht uit te laten zien. In die voertuigen nemen echte ‘slachtoffers’, lotussen, plaats. Patrick: “We oefenen natuurlijk vaker met technische hulpverlening. En ook de ambulance komt weleens bij ons op de kazerne. Maar dan blijft het bij statisch oefenen met hulp verlenen. Dat is niet realistisch. In het echt kom je voor andere dingen te staan, is de situatie anders, daarom moet je dit vaker oefenen.”
Prioriteit
De Loosdrechtse brandweerploeg wordt als eerste gealarmeerd. Vlak voor het ter plaatse komen wordt bekend dat het gaat om een kettingbotsing met meerdere voertuigen en slachtoffers, reden voor bevelvoerder Wim Floor om op te schalen en meerdere eenheden ter plaatse te vragen. Terwijl Brandweer Laren met een tankautospuit en Brandweer Blaricum met een hulpverleningsvoertuig aanrijden, doet de Loosdrechtse ploeg een eerste verkenning bij de voertuigen. Er blijken personen bekneld en ernstig gewond. In samenspraak met de vlak daarvoor aangekomen ambulancemedewerkers wordt besloten om de auto in de berm de hoogste prioriteit te geven; er is de inschatting dat dat slachtoffer het snelst hulp nodig heeft. De andere auto’s zijn voor de andere korpsen.
Terwijl de gewondenverzorgster van het Loosdrechtse korps zich bekommert om het slachtoffer in die auto, worden de gereedschappen van de brandweerauto gehaald. Materiaal zoals een schaar om ruimte te maken voor een bevrijding. De Loosdrechtse pompbediener bouwt ook meteen licht op om een goede werkomgeving te creëren. Eerste bevelvoerder Wim heeft dan al gevraagd of anderen een zoekslag willen uitvoeren in de omgeving naar de spoorloos verdwenen vrachtwagenchauffeur. Niet veel later staan er om het incident twee ambulances en drie brandweerauto’s en is de Officier van Dienst van de brandweer aanrijdend. Maar wie een chaos verwacht komt bedrogen uit.
Afstand nemen
Het credo is ‘stop en denk na’. De Loosdrechtse bevelvoerder roept na overleg met de ambulance en de andere ploegen zijn team even bij elkaar om de taken door te nemen. “Even de koppen bij elkaar, even rust en een beetje afstand nemen van een incident is belangrijk. Zeker als bevelvoerder. Je creëert rust maar je hebt ook meer overzicht en dat is belangrijk, ook in het kader van de veiligheid”, legt de Larense waarnemer Edgar van der Kieft uit.
Een kleine twintig minuten later is hij degene die de oefening even stillegt om de deelnemende korpsen en ambulancemedewerkers op een mogelijk gevaarlijke situatie te wijzen. Een slachtoffer blijkt ineens reanimatiebehoeftig en bij een zogeheten snelle ‘noodbevrijding’ lopen er volgens de waarnemers teveel mensen in het werkveld, bij een nog niet helemaal veilig gestelde auto.
Leerpunten
Het is één van de vele leerpunten die zowel de brandweer als ambulancemedewerkers meekrijgen tijdens de oefening. Na afloop volgt er voor de deelnemers een nabespreking per ploeg en later ook nog gezamenlijk. Het zijn niet alleen de officiële waarnemers die een mening geven, de lotusslachtoffers krijgen ook de mogelijkheid om tips mee te geven. “Besef je dat een slachtoffer geen idee heeft wat je gaat doen, goede communicatie is fijn, hou dat vast”, is de boodschap van een lotus.
Voor de drie brandweereenheden wordt vooral de nadruk gelegd op de balans tussen snelheid en veiligheid. “We leren op de opleiding technieken en procedures, maar de praktijk is altijd anders. Daar is snelheid geboden”, zegt bevelvoerder Wim tegen zijn Loosdrechtse ploeg. Praktische tips over hoe makkelijk en snel een gas- of rempedaal om te halen om het slachtoffer te bevrijden worden onderling gedeeld.
Dansen
Voor de ambulancemedewerkers, waarvan nog enkelen in opleiding, blijkt het ook een waardevolle avond, vertelt Officier van Dienst-Geneeskundig Pieter Dekkers. Hij is als waarnemer van de ambulanceploegen betrokken bij de oefening. “Toen ik een jaar of veertien geleden bij de ambulancedienst kwam werken zaten dergelijke realistische oefeningen met de brandweer in onze opleiding, maar inmiddels niet meer. Maar dit is echt wel goed om te doen. De brandweer is van de structuren en procedures en wij komen daar als ambulance tussendoor. We moeten leren om gebruik te maken van de brandweer ter plaatse. Vraag maar om een paar handjes extra aan de bevelvoerder of Officier van Dienst. De brandweer heeft altijd een ‘gewondenverzorger’ op de auto. Zij hebben al beschermende kleding aan. Ik denk dat we elkaar sowieso vaker moeten opzoeken, beter gebruik kunnen maken van elkaar, vaker moeten oefenen; kortom ‘ga dansen met elkaar’.”