LOOSDRECHT – Met het blussen van een brand op een werkschuit en het redden van opvarenden heeft de nieuwe brandweerboot van Brandweer Loosdrecht dinsdagavond zijn ‘vuurdoop’ gekregen tijdens de wekelijkse oefenavond. De ingebruikname werd gevierd met een grote taart namens de Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek. Maar bij het Loosdrechtse korps was het behalve een feestelijk moment ook afscheid nemen van hun inmiddels 25 jaar oude boot; naar eigen zeggen ‘het uitzwaaien van een stukje nostalgie.’
Naast de achtentwintig korpsleden lopen er dinsdagavond ook veel oud-brandweermannen rond. De huidige lichting heeft de ‘oude garde’ gevraagd om bij het in dienst nemen van de nieuwe boot een ludieke oefening uit te zetten. Het scenario is helder: bij baggerwerkzaamheden zou een handgranaat uit de Tweede Wereldoorlog zijn ontploft en dat heeft gezorgd voor een drukgolf, gewonde medewerkers en een brand op het werkponton.
Waarde
Maar eigenlijk draait het vanavond niet zozeer om het scenario, maar wel om het afscheid van de voormalige 762 nu de 2712. Het was de eerste eigen boot voor het brandweerkorps. “Hij is voor het hele korps van enorme waarde geweest, we hebben er veel moeite voor gedaan om hem te krijgen en zijn er dan ook altijd erg trots op”, vertelt brandweerman Rutger van ’t Klooster.
Allemansend
Een brandweerkorps in een dorp dat omgeven wordt door water, maar zelf geen eigen boot heeft. Dat klinkt vreemd maar tot 1998 was dat wel het beeld voor Brandweer Loosdrecht. Bij calamiteiten op de Plassen werd gebruik gemaakt van boten van passanten en jachthavens. Tot begin jaren tachtig. Toenmalig commandant Jan Guntenaar besluit zijn licht eens op te steken bij de Koninklijke Watersport Vereeniging Loosdrecht. Het brandweerkorps mag vanaf dat moment van de Koninklijke één van hun boten gratis gebruiken bij een incident op de Plassen.
Brandweermannen met vaarervaring werden daarvoor ingezet. “Als de boot, genaamd Allemansend, er lag dan konden we hem meenemen. We kregen nog wel een soort cursus op de kazerne en een voorloper van het vaarbewijs, maar dat stelde niet veel voor”, weten Willem Mur, Gijs Meijers en Jan de Kloet nog, brandweerschippers van het eerste uur. Gijs: “Wij hadden een streepje voor bij de Koninklijke, konden niks verkeerd doen, waren er altijd welkom.” De boot wordt regelmatig gebruikt om drenkelingen uit het water te halen, duikers over te brengen, de politie te assisteren. “Maar als er dan Gondelvaart was vroegen we hem ook mee”, lachen ze nu.
Vol gas
Het lachen vergaat Gijs en Jan als ze even later bij oud-collega Robert van den Dolder op de ‘oude’ boot stappen. Alsof hij gisteren nog schipper was vaart hij deze met gemak Jachthaven de Otter uit. Met de koude wind op hun gezicht trekt hij nog even, voor de laatste keer, de boot vol gas een stuk de plas over. Het levert Gijs en Jan koude handen en een natte kop op.
In afwachting van de nieuwe boot wordt, zoals de mannen vroeger jaren hebben gedaan, het ‘incident’ geschouwd. Hoewel ze vanavond alleen aanwezig hoeven te zijn hebben ze hun plan al wel paraat. Robert stuurt de boot behendig een beetje in de luwte. Wachten duurt lang blijkt. “Moet het zolang duren? Die nieuwe heeft toch 140 pk”, lacht hij.
Slachtoffers
Bij het wachten komen wel, figuurlijk, verhalen bovendrijven. Niet zozeer de bootbranden zijn ze bijgebleven, maar wel de vele drenkelingen die ze uit het water hebben gehaald en naar de kant vervoerd. Vaak jonge slachtoffers. Ook werden ze regelmatig ingeschakeld als vervoersmiddel voor agenten als er weer eens wat was op een eiland of midden op de plas.
“Kijk ik zie de lampen”, wijst Jan de Kloet naar de nieuwe boot die aan komt varen vanuit de haven van de Koninklijke, de vaste ligplaats. De oude boot wordt door Ferry Brienne, bevelvoerder in opleiding, nog even ingezet om ‘slachtoffers’ naar de wal te brengen, maar daarna is het zover. Symbolisch wordt de Loosdrechtse vlag voor op de achtersteven overgedragen van de oud-leden aan de bemanning van de nieuwe boot.
Jan de Kloet vaart de oude 2712 terug de haven in. “Alsof ik het gisteren nog deed, al ben ik alweer twaalf jaar weg uit het korps”, mijmert hij. Voor het laatst knoopt Gijs Meijers de touwen aan het oog aan de kade en gaat het verschoten zeil erover. “De laatste rustplaats”, grapt Jan de Kloet. Als het aan het korps Loosdrecht had gelegen hadden ze graag hun oude boot behouden als aanvulling op de collectie oude voertuigen die enkele korpsleden inmiddels al gerestaureerd hebben. Maar vooralsnog worden de oude boten van de Veiligheidsregio gezamenlijk verkocht.
Van de vijf brandweerhulpboten blijven er vanaf 1 april nog drie over: in Nederhorst den Berg, Naarden en Loosdrecht. De nieuwe boot wordt tegen de oude aangemeerd. De Loosdrechtse vlag wordt gestreken. “Ja die gaat de kast weer in, want daar hebben we bij een uitruk echt geen tijd voor”, besluit de bemanning.
Tekst: Linda Blok / TekstBlok