LOOSDRECHT – Tot haar oksels ligt brandweervrouw Christel in het koude water van Jachthaven het Anker. Haar verwarde collega’s aan de kant proberen wanhopig andere brandweerlieden te vinden om te helpen. Even daarvoor vond op de boot waarop Christel stond te blussen een explosie plaats. Het klinkt als een nachtmerrie voor een brandweerploeg. Maar dit was zaterdag het levensechte scenario tijdens de provinciale vaardigheidstoetsen in Loosdrecht.
Na een coronastop van een kleine twee jaar werden de ‘brandweerwedstrijden’ weer gestart. “Het gaat erom je vaardigheden te toetsen in een realistische setting”, zegt de Loosdrechtse brandweerman Wouter, coördinator van de wedstrijd. Het bizarre scenario werd dan ook in 2019 werkelijkheid voor Brandweer Sneek. Toen zij een elektrische boot wilden blussen, raakten vier van hun manschappen gewond na een felle explosie. Het accupakket van de desbetreffende boot ontbrandde weer en er volgde een kettingreactie.
Toetsen
Realistisch dat is het sleutelwoord van de ‘brandweerwedstrijden’ anno 2022. De reden waarom ze ook geen ‘wedstrijd’ meer heten, maar vaardigheidstoetsen waar brandweerploegen kunnen meten hoe ze samenwerken en anticiperen in diverse situaties. Het Algemeen Brandweer Wedstrijd Comité (ABWC) organiseert al jaren dergelijke toetsen in het hele land in diverse klassen. In totaal doen er dit jaar 574 ploegen mee. In Loosdrecht werd zaterdag gespeeld in de Hoofdklasse, waar een normale brandweerploeg werd aangevuld met een Officier van Dienst.
Ervaring
Het bedenken en invullen van een reëel scenario is Brandweer Loosdrecht wel toevertrouwd. Het kleine korps heeft zo’n twintig vrijwilligers, maar één auto maar jaarlijks wel ruim 180 uitrukken. Aan praktijkervaring geen gebrek dus. Daarnaast kan het bouwen op een grote schare oud-brandweermensen en partners die altijd paraat staan met raad en daad. Zoals oud-brandweermannen Gijs Meijers en Herman Machielse. Zij zijn al tientallen jaren niet meer bij het korps, maar staan ook die zaterdagochtend al voor 07.00 uur paraat als respectievelijk tijdwaarnemer van de ploegen en chauffeur van de scenarioploeg.
En dat terwijl het die avond ervoor laat is geworden. Het script werd vrijdagavond voorgespeeld om puntjes op de i te zetten. Met nagenoeg dezelfde mannen en vrouwen werd het hele verhaal doorgelopen, inclusief de echte slachtoffers te water. Christel moet in eerste instantie doen alsof ze niet aanspreekbaar is als ze te water raakt, maar aan het eind van de avond wordt haar rol aangepast. Na ruim een uur beraad mag ze wel vragen van de ploegen beantwoorden. Ook de andere ‘rollen’ worden beoordeeld, alles om het zo echt mogelijk te maken.
Kennis
Bij het voorspelen zijn de coördinatoren en juryleden van het ABWC ook aanwezig om toezicht te houden en het scenario te toetsen. Alles om de toetsen zo levensecht mogelijk te maken. Uiteindelijk worden de ploegen beoordeeld en hangt er een klassering aan vast. Dat geeft de vaardigheidstoetsen een wedstrijdkarakter maar het doel is vakbekwaam blijven. Elk korps heeft wekelijks een oefenavond, met regelmaat oefenmomenten op praktijkdagen en daarnaast zijn de vaardigheidstoetsen en het trainen daarvoor ook momenten om de kennis bij te houden.
Dat het er levensecht aan toegaat blijkt tijdens de wedstrijd. Het maatje van Christel drijft een paar meter verderop en wordt tijdens een reddingsactie met een dusdanige kracht en vlotheid de kant op getrokken dat het harnas van haar ademluchtfles breekt. Het scenario stuurde aan op redding door twee manschappen, maar de Officier van Dienst ter plaatse besluit niet langer te wachten. “We mogen trots zijn dat ook de officieren binnen Brandweer Nederland niet schromen om hun handen uit de mouwen te steken en gewoon een slachtoffer uit het water trekken”, roemt het ABWC dan ook in het slotpraatje.
Mix
Loosdrecht weet hoe het moet, want het korps werd in de bijna 100-jarige geschiedenis zes keer landskampioen bij wedstrijden. Zaterdag geeft de mix tussen de ervaring van ‘oude rotten’ en het enthousiasme van de nieuwe garde de wedstrijden een bijzonder karakter. Ervaren bevelvoerder Rick heeft de leiding over een ploeg met oud-brandweerman Herman als chauffeur, manschappen Daniëlle en Linda en aspiranten Mark en Christel, die samen nog de opleiding volgen. Zes keer die dag zetten zij een zelfde scenario neer voor de ploegen die komen spelen: Muiderberg, Blaricum, Bussum, Volendam, Wormer en de uiteindelijke nummer 1 De Rijp. Die ploeg gaat samen met de nummer 2 Bussum door naar de gewestelijke rondes in mei.
Waar het script en de uitvoering hetzelfde zijn, is de invulling elke keer weer anders. Waar de ene ploeg zich lang richt op de slachtoffers in het water, zijn er ook ploegen die sneller doorstomen en dus eerder de blussing van de boot inzetten. Dat zorgt ervoor dat de bootbrand niet overslaat en hun totale wedstrijdtijd korter is. Uiteindelijk worden de ploegen beoordeeld op slachtofferredding, totale werktijd, technische uitvoering en op hun individuele acties.
Aan het einde van de middag staat Daniëlle voor de laatste keer met een ietwat schorre stem haar collega Christel naar de kant ‘te schreeuwen’. Die drijft inmiddels voor de zesde keer in een zogenaamd droogpak in de haven, al blijkt later dat er door de levensechte redding met de boot van Loosdrecht toch wat water in haar pak is gelopen. Een warme douche na afloop doet wonderen.
De deelnemers van de spelende ploegen kijken meer uit naar een frisse douche. Het zonnetje, de oplopende temperatuur en de vele meters lopen met slangen heeft net zoals in ‘het echie’ behoorlijk wat gevraagd van de mannen en vrouwen. Eén van de meespelende brandweervrouwen van het korps Wormer is ruim een jaar actief bij de brandweer. De ploeg eindigt als derde, maar de waarde zit hem in andere zaken vindt ze. “De feedback, tips en tops, aan het eind zijn zo fijn. Daar leren we weer van en daar gaat het om.”
Tekst: Linda Blok / TekstBlok