LOOSDRECHT – Een enorme berg riet in de container, twee ‘sleuven’ in het dak van de historische boerderij, drie ‘slachtoffers’ gered en rode en bezweette koppen. Kortom, de grote rietenkap brandoefening in Loosdrecht vrijdagavond is een succes. Brandweer Loosdrecht, buurkorps ’s-Graveland en het specialistische rietteam Laren-Blaricum tonen in een uur wat samenwerking kan doen. En dat allemaal op de plek waar ooit een start gemaakt werd met rietenkapbrandbestrijding.
Het is de vraag of de brandweermannen en -vrouw die vrijdagavond in actie komen op de Oud-Loosdrechtsedijk beseffen dat ze rondlopen in een bijzonder stuk historie. De boerderij is al ruim honderd jaar in het bezit van de familie Mur en de huidige eigenaren besluiten voor de grote verbouwing de brandweer de kans te geven om op een unieke manier te oefenen. In het rietgedekte voorhuis mag er geoefend worden met het specialisme rietenkapbrandbestrijding. “Bijzonder is dat de geschiedenis van dit specialisme voor een klein deel in dit huis is begonnen”, vertelt historicus en oud-brandweerman Arie de Kloet.
Terwijl de tankautospuit van Loosdrecht aankomt bij de woning en zijn dochter als één van de manschappen uitstapt voor een eerste verkenning, vertelt hij het bijzondere verhaal. De opa van De Kloet komt in 1936 wonen in Loosdrecht. “Opa was rietdekker en de toenmalige brandweercommandant Daams kwam vragen of hij met zijn ervaring en achtergrond niet bij de brandweer wilde.” Op die manier wordt de eerste kennis van omgaan met riet tijdens een brand overgedragen.
Kennis die in de huidige tijd niet veel verschilt van vroeger. Riet is nog steeds een traditionele dakbedekking en zorgt ervoor dat er een waterdichte constructie ontstaat. “Blussen van buitenaf heeft geen zin, je maakt het dak alleen maar nat en glad”, vertelt De Kloet. Ook vijfentachtig jaar later is daarom ‘het dak op en riet plukken’ het devies. Niet dat Brandweer Loosdrecht en de manschappen van de tweede aanrijdende auto van ’s-Graveland dat nog doen. Het gereedschap, rietstoelen en bluslansen (fognails), zit tegenwoordig op de auto’s van het speciale rietteam Laren-Blaricum dat ook gealarmeerd wordt.
Helse klus
De oefenrook stijgt inmiddels op uit de dakkapel aan de linkerzijde en na een korte verkenning wordt het eerste slachtoffer al uit het raam getild. De volgende klus is het opbouwen van de waterwinning voor het rietteam dat aanrijdend is. Aan elke zijde van de boerderij zodat de teams tegelijk aan de slag kunnen. Want bij een rietbrand is het zaak om zo snel mogelijk zoveel mogelijk mensen ter plaatse te hebben. Loosdrecht en ’s-Graveland duiken het woonhuis in op zoek naar nog meer slachtoffers en zorgen ervoor dat de ‘brand’ binnen beperkt blijft. Gezien de traditionele constructie zou dat in het echt een helse klus zijn. “Als het brand in een rietenkap moet je er snel bij zijn, anders is het verloren”, weet De Kloet nog.
In zijn tijd, van half jaren tachtig tot 2017, kropen de Loosdrechtse en ’s-Gravelandse brandweer nog zelf het dak op. Het waren de jaren dat de korpsen een tweede auto en dus meer manschappen op de weg hadden en het gereedschap nog op hun eigen auto’s zat. Toch was er toen ook al een samenwerking tussen de korpsen. “Laren en Blaricum waren korpsen waar ook veel rietdekkers brandweerman waren. In Laren had je Antoon de Boer. Ook hij kwam uit een rietdekkersgeslacht en hij kwam naar Loosdrecht om met een modelhuisje met riet erop uit te leggen wat je moest doen.”
De Loosdrechters wisten daar wel raad mee en het korps stond er om bekend dat het razendsnel de zogenaamde ‘stoplijnen’ wist te zetten. “Hup ladder er tegenaan, met een moker de nokvorst kapot slaan en dan van boven naar beneden het riet eraf trekken”, legt De Kloet de techniek uit. Bij dit principe wordt de brandstof voor de aanwakkerende brand weggehaald. Daarnaast kunnen bluslansen ingezet worden waarmee water tot diep in het riet ingebracht kan worden.
Postcoördinator en bevelvoerder Johan Landwaart uit ’s-Graveland kan zich ook nog wel die intensieve uitrukken herinneren. “Een paar jaar geleden nog in De Kwakel. Ik mocht het dak op om riet te plukken. Ik was gesloopt. En nu vandaag met de warmte is het drie keer zo zwaar voor de mensen. Maar het is prachtig om dit zo te kunnen oefenen. Het gaat om het samenspel van de korpsen met het rietteam. Nu doen wij doen de voorbereidingen, het rietteam gaat het dak op.”
Zijn manschappen hebben inmiddels de ladders geplaatst, water op het verdeelstuk gezet zodat het rietteam alleen nog de eigen slangen en bluslansen erop aan hoeft te sluiten. Het rietteam Laren-Blaricum komt met busjes en aanhangers aangereden en binnen de kortste keren staan de bakken met slangen en fognails en de rietstoeltjes op de stoep van de Oud-Loosdrechtsedijk. Omdat er al een bouwsteiger staat hebben de brandweermannen een goede en stabiele toegang tot het dak.
Het echtpaar Mur staat achter de heg van de buren met een grote glimlach toe te kijken hoe inmiddels aan beide kanten brandweermannen in een moordend tempo riet aan het trekken zijn. “Dit is schitterend om te zien. Het riet moest er toch af en dan is dit voor de brandweer een unieke kans.”
Samenwerking
Dan blijkt ook dat de samenwerking van levensbelang is. Binnen zitten ploegen te wachten tot er ook van buitenaf geblust gaat worden. Communicatie is daarbij essentieel vertellen de brandweerlieden. “Buiten hou je in de gaten waar de brand is, binnen ook. Samen communiceer je wat je doet. Je kunt niet zomaar riet er vanaf trekken of een fognail inzetten. De stoplijn moet op de zelfde hoogte als de andere kant zitten anders gaat de brand toch kriskras verder onder het riet.”
Een klein uurtje na de alarmering kan er ‘brand meester’ gegeven worden. De helmen gaan af, jassen uit. De rode hoofden verraden de intensiteit van de inzet. De laatste stukken riet worden bijeen geveegd. De berg ‘slangenspaghetti’ op de oprit wordt weer opgerold.
’s-Graveland heeft naast een blusploeg ook een logistiek voertuig meegenomen en koeken en koele flesjes water worden enthousiast ontvangen door de ploegen. Op de steiger ligt nog één slang gevuld met drukluchtschuim, één van de blusmiddelen bij Brandweer Gooi en Vechtstreek. Met veel enthousiasme toont brandweerman Wim Floor de werking van een bluslans. Deze keer niet met het vertrouwde water waar normaal een rietenkap mee geblust wordt, maar met het schuim-watermengsel. “Dit blijft door het schuim goed zitten waar je het aanbrengt in het riet en zo creëer je ook een stoplijn, zonder te plukken”, vertelt hij.
Hugo Nederveen klimt ook de steiger op en is één van de brandweermannen die het nog even uitprobeert met het drukluchtschuim. Als postcoördinator geeft hij leiding aan de korpsen Laren en Loosdrecht en hij kijkt terug op een geslaagde avond. “Het is mooi om de samenwerking tussen alle posten te zien. Je ziet het, de sleuven zitten recht tegenover elkaar. Dat betekent dat er goed overleg was. Het is leuk om te zien hoe hard iedereen heeft staan bikkelen. Het is oefenen, maar voelt aan als echt.”
Tekst: Linda Blok / TekstBlok