Platenbaas Bart van der Laar (36) werd op 10 november 1981 neergeschoten in zijn Hilversumse villa. Hij werd aangetroffen met een kogel in zijn hoofd. Op 13 november overleed hij in het Academisch Ziekenhuis in Utrecht aan zijn verwondingen. Dit is bekend geworden als de Hilversumse showbizzmoord. Van der Laar is begraven op Begraafplaats St. Gerardus in zijn geboorteplaats Gemert.
Voor de moord op Bart van der Laar is Martien Hunnik in 1984 in hoger beroep wegens doodslag veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf plus terbeschikkingstelling, op basis van een (valse) bekentenis die hij later heeft ingetrokken, terwijl hij een alibi had voor het tijdstip van de moord. In de verhoren bleek dat hij ook niet beschikte over daderkennis, kennis omtrent details van de moord die nog niet in de media waren gepubliceerd.
Het Telegraaf Cold Case Team heeft onderzoek gedaan naar deze zaak en dat leidde tot twijfel aan Hunniks daderschap. Pas in 2012 kwam een voor Hunnik ontlastend rapport van
de Criminele Inlichtingen Eenheid uit 2004 boven tafel. Daarin werd een alternatief scenario voor de moord opgesteld, nadat zich in 2001 een informant bij de politie had gemeld die wel bleek
te beschikken over daderkennis. In juli 2014 adviseerde de advocaat-generaal bij de Hoge Raad tot herziening van deze strafzaak. Op 26 mei 2015 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de strafzaak heropend moet worden. Op 30 mei 2016 eiste het Openbaar Ministerie de vrijspraak van Martien Hunnik. Deze vrijspraak kwam op 14 juni 2016 van het gerechtshof in Den Haag.